Onze club
Terug naar de “Algemene informatie”
Probus, moet daar zout bij,
hoe lang kookt het?
Column van Martin Babeliowsky 16 oktober 2012
Dat was mijn antwoord toen me in 1993 gevraagd werd om lid te worden van Probusclub Geldermalsen in oprichting. Het was allemaal nog zo maagdelijk toen we op het paard werden getild door Probusclub Wadenoyen en vooral door de drie leden vanuit de Rotaryclub Geldermalsen., met Teun Klein Hoving als belangrijkste voorganger. We zaten toen nog in een klein zaaltje boven in Den Tol en deden toen nog vrij vormelijk. Dat veranderde al snel toen we elkaar beter leerden kennen. Het was een zeer divers gezelschap, precies zoals de oprichters dat indertijd hadden bedoeld.
Natuurlijk was de grootste gemene deler van de leden een weergave van de bevolking van de Betuwe, midden in de Bible Belt. Ik was namelijk de grote uitzondering, ik was Katholiek. Alle leden bleven altijd aardig tegen mij en ik ben gelukkig nooit vervolgd. Dat kwam natuurlijk ook omdat ik bij naderend onheil onmiddellijk dreigde met de her-instelling van de inquisitie, waarna direct met vredesvoorstellen werd gezwaaid. Het is nooit tot een beeldenstorm gekomen. Nu koesteren we elkaar!
Wat is er in die 20 jaar toch veel gebeurd, kijkend door een aantal verslagen van lang en kort geleden -jammer genoeg heb ik ze lang niet allemaal meer- we hebben toch wel bijzonder veel ondernomen. Uitgenodigde sprekers brachten ons op de hoogte van de meest uiteenlopende onderwerpen. Het was leuk om te ervaren hoe de leden telkens weer met nieuwe sprekers, andere onderwerpen en interessante bezoeken op de activiteitenagenda verschenen. Juist door het grote verschil in achtergrond van rond de twintig leden, waren die bezoeken en voordrachten vaak uiteenlopend en van hoog niveau.
Belangrijk was het dan ook voor de ledencommissie om naar potentiele leden te zoeken met een flinke meerwaarde. Een paar keer werd een nieuw lid aangenomen, waarna jammer genoeg bleek dat die meerwaarde ontbrak. Dat was jammer voor de club maar pijnlijk voor de betrokkenen.
Het is natuurlijk logisch dat een club van oudere heren het joelen en springen achter zich gelaten heeft en dat langzamerhand het rijtje kwalen middels onze fysieke APK-keuringen ook deel uitmaakt van onze veertiendaagse gesprekken. Het is echt fantastisch te weten dat we in elkaar zijn geïnteresseerd en meeleven met persoonlijke en familie zorgen.
Hoewel in het begin nog sprake kon zijn van een club met enkele coterietjes, en ons kent ons kringetjes, zijn we al lang een vrolijke eenheid en een geheel geworden, dat in vergelijking met andere mij bekende Probusclubs bij de top tien hoort, waar gezelligheid belangrijker is dan vormelijkheid. Ik zou geen bijeenkomst willen missen en soms vraag ik af, mijn agenda inziend, “Vergis ik nou, het is toch a.s. Maandag Probus!!” en dan te moeten begrijpen dat ik me schromelijk vergist heb .”Nee man, het duurt nog een week…!! “
Twintig jaar, ja, we hebben in die tijd veel vrienden verloren, maar ook weer nieuwe gekregen en elk lid brengt weer zijn eigen persoonlijkheid mee, vrolijke, ernstige, stille, uit de boom kijkende en bij elkaar 21 verschillende karakters. Wat een club!
Dat het zo nog lang moge doorgaan.
Martin